Zwanger van taal
Zonder de juiste snaar
Zo zijn er altijd van die fases
En tig losse flarden, kreten
Voedsel valt zo zwaar of ik voel pas laat
Propvol van leegte
Je wilt doorbreken, dus ga je maar
En denkt: een nuttige vlucht is goed
Was vroeger de maag bijna opgeschoond
Nu vaak plompverloren lomp gevoed
Zodat het allemaal niet zo binnenkomt of juist beter,
Het er misschien niet meer toe
Doet en van de spanning
Omdat daar -wie weet- wel ware stilte woont