Inzending voor de Limnisa verhalen schrijfwedstrijd, thema plastic.
Helaas, ik ben niet in de prijzen gevallen… Hoor graag wat jij als lezer ervan vindt.
Plastic fantastic
7.30
Hoe lang nog? denkt ze, zich omdraaiend en nogmaals proberend zich te ontspannen. Ik moet er om half elf zijn. De stem op de cd vervolgt: ‘Kom langzaam weer bij, adem weer dieper door. Zucht maar eens diep en beweeg je handen langzaam, je voeten, voel je lichaam. Deze diepe ontspanning leidt tot vitaliteit; ervaar hoe jong je lichaam is en dat alle cellen vibreren in jou. Ja, jij bent jong, krachtig, voel eens hoe alle spanning, stress op dit ogenblik verdwijnt. Houd dit vandaag vast. Bedankt en tot een volgende keer’.
Ze schiet overeind, alsof ze ontwaakt uit een nachtmerrie. Geen zweet, geen vage schimmen te zien of geesten, maar wel een bonkend hart, constateert ze. Nou, dat was effectief, not. Tijdens de hele sessie op de meditatie cd die ze kreeg van Claudy, raasden gedachten door haar heen en kon ze maar niet stil blijven liggen. Ze pakt er een spiegel bij. Sjezus. Ze grijpt naar haar gezicht waar geen rimpel minder te zien is, maar meer een verschrikt spook.
Lopend richting de badkamer, trekt ze haar badjas uit -roze pluche met roosjes- en daar aangekomen zet ze de douchekraan aan. Een warme straal kruipt over haar heen, ze zucht. Na inzeping, facewash, scrub, shampoo, een haarmasker en nadat het scheermes over haar benen gegleden was, stapt ze uit de cabine. Ze droogt zich af met een handdoek en kijkt nog eens in de spiegel. Zwarte wenkbrauwen en ogen, ook nog altijd inktzwart, kijken terug. Bah, kuttenkop. Gauw gaat ze verder met afdrogen en pakt ze de wonderolie om zichzelf in te smeren. Dat moet indrogen en intussen maakt ze de douchekraan en -wanden droog. Ondergoed, panty en een jurkje liggen klaar en ze kleed zich aan.
Wat een shit cd, ik voel me zo loom als een olifant. Wát nu verjonging? Claudy, wat ben jij voor een vriendin? Misschien moet ik mijn permanente make-up maar laten bijwerken of voor het echte werk gaan en eens botox nemen!
Een grote beautycase lonkt. Crème, Elisabeth Arden, want dat gebruiken modellen en stewardessen ook, weet ze. Het gezicht glimt, de crème moet intrekken. In de keuken zet ze alvast een kom water klaar met chiazaad, zodat de zaadjes kunnen wellen tot een slijmerige pudding. Ook zoiets van Claudy: het recept moest en zou ze toch echt eens proberen. Claudy had een gave huid, Claudy wist alles en daarom had ze laatst maar een zakje chiazaad bij de Action gekocht. Schoenen. Welke vandaag? Ze past een aantal laarsjes en pumps, net zo lang totdat ze bij haar zuurstokroze pumps denkt: Ja.
Eenmaal terug in de badkamer, smeert ze op haar inmiddels minder glimmende gezicht een laagje foundation, te weinig, dus nog een laag. Over haar permanente make-up, de wenkbrauwen in dit geval, gaat alvast een tint donkerder. Er gaat eyeliner over de getatoeëerde ogen, oogschaduw, boogjes in diverse kleuren, mascara, in drie lagen die tussendoor drogen. Poeder, rouge; roze past het best vandaag. Ooghoeken worden zorgvuldig gevuld met glitter. Fuchsia raakt de lippen. Na dertig minuten is de chiapudding klaar en ze neemt een hap. Gatver. Toch nog maar een hap. Dan het haar. Eerst de extentions borstelen, niet te hard, en dan voeding er in, föhnen, model creëren en stijl maken met een tang. Het blond heeft nog een finishing touch nodig en krijgt een dosis lak, en nog eens andere lak met glans. Zo, dit kapsel houdt zich wel goed vandaag, ook al is het windkracht 9. Volgende week is de afspraak voor nieuwe extentions. Een glimlach verschijnt, ze verheugt zich nu al op al het extra haar.
Fuck het chiazaad. Ze smeert een boterham met dieetmargarine en frambozenjam in de keuken. Shit, nagellak, er moet een andere kleur bij deze outfit. Ze hoest en proest, en terwijl de roze nagels drogen onder een machientje, neemt ze nog voorzichtig een hap brood en legt haar handen weer terug onder de droger. Ze doet met een hand haar laptop open, daarna gaat die weer terug onder de droger, en op de nieuwspagina verschijnt meteen een grote kop: ‘Margarine één molecuul verwijderd van plastic’. Ze slikt het brood door en klapt haar laptop weer dicht. Geen tijd meer: tandenpoetsen en gaan. Ze kijkt nog een keer in de spiegel, werkt haar lippen bij, spuit ruim Nina Ricciparfum op en knikt naar het zwart met vooral roze kleurvlakken en een witte toef, hoog golvend vanaf het voorhoofd. Dit moet maar.
10.30
Net op tijd. Vijf minuten geleden was ze binnengekomen door de automatische schuifdeur. De letters ‘DAQUA’ lijken er wel ingebrand en worden bij de letter Q precies op de helft gesplitst wanneer er iemand binnenkomt. Haar pumps doen nu al pijn -het was vanaf de parkeerplaats verder lopen dan gedacht- maar ze negeert het. Ze had plaats mogen nemen in een wachtkamer met uitzicht op de schuifdeur. De receptioniste was vriendelijk geweest, maar gebruikte zo te zien geen Elisabeth Arden. Ze zit en wacht met haar mobiele telefoon in de hand.
Waar gaat de vacaturetekst ook alweer over? Helemaal vergeten het printje nog eens door te lezen of mee te nemen. Het was iets met verkoop ofzo. Was het telefonische verkoop? Als het nu maar wat wordt, ik heb echt geld nodig. De paniek slaat toe en op haar telefoon gaat ze naarstig op zoek naar de online vacature. Geen internet; de wifi-verbinding is beveiligd.
‘Welkom, mevrouw Charity Hakvoort. Loopt u mee?’
Ze lopen door een gang met allerlei kantoortjes. Alles is wit en fris, met blauw meubilair en cirkels, net waterdruppels. Het ruikt er als nieuw.
‘Fijn dat u kon komen, ik ben Lilian Versteegh.’ Ze steekt haar hand al lopend uit en haar stem is krachtig. Op het irritante af. Een wandelend mantelpakje. Zonder make-up! Of is daar toch een glosje op de lippen te zien?
‘Geen probleem, ik ben blij dat ik op gesprek mag komen.’
‘Neemt u plaats’. Het mantelpakje wijst naar een blauwe stoel in een witte ruimte.
‘Dank u’. Ze voelt de zenuwen in haar stem. Wat een stijve bedoening.
‘Laten we beginnen. Koffie, thee? Of water? Ik zou het haast vergeten,’ grinnikt het mantelpakje ongemeend.
‘Nee, eh, dank u wel, het is prima zo.’ Ze heeft dorst als een paard, maar voelt zich door de hele situatie steeds meer verstijven.
Hoeveel vragen nog? Ze weet niet meer wat ze geantwoord heeft en hoe ze overkomt, hoe haar kapsel zit. Er komt zweet door de make-up op haar voorhoofd heen en ze voelt het ook op haar bovenlip.
‘Wat is uw affiniteit met water?’
‘Eh, ik zwem graag. En, oh ja, ik houd van dolfijnen. Zulke lieve dieren en zó knap.’ Dat kwam er spontaan uit en ze kijkt het mantelpakje vragend aan, zoekend naar bijval: ja, toch?
‘Ik bedoel meer de affiniteit met ons product, Daqua mineraalwater, in flessen, groot, klein, zo ongeveer op elke straathoek te koop, weet u wel?’
‘Oh.’ Wat gek, ik voel mijn voeten niet meer. En het zweet blijft maar komen. Kon ik maar de lippen even bijwerken, dat zou alleen al fijn zijn. Zou ik om een korte toiletpauze kunnen vragen?
‘Mevrouw Hakvoort, bent u bekend met ons beleid als het gaat om het recyclen van plastic?