Mezelf reken ik me tot het type scharrelkip-hypocriet. Eet een andere dag groentefrikadellen en god, wat zijn ze slecht, zo ranzig dat je dooreet en niets meer ruikt of ziet. Pleonexia grijpt naar ingewanden, zoekt met hedonisme een weg om de ziel te laten verzanden.
Ben het type ‘van veel iets vinden’, maar wel je mond houden. Absorberen en ermee dealen; meestal opslaan, soms wissen. (Zo is me dat geleerd).
Of gewoon een dag niks van iets vinden, uit onwetendheid of het is een keuze: ik wil me in niets vergissen. (En dat is een kunst op zich).
Avocado’s blijven kopen bij de vleet, 528H gezemel aanhorend met een zak koekjes en geheimen binnen handbereik.
Lezend over de energiemaffia- van de ware inhoud geen weet- (dus ik teken geen petitie) en ‘de tien signalen waaraan je herkent dat hij niet van je houdt’ plus soortgelijk gezeik.
Ben het portret dat liefde, de liefde zélf nooit vergeet, maar er nu niets mee kan beginnen, met reptielenbrein, slapend in, ontwakend uit dromenland. Vis-à-vis expressie onmogelijk, woordenschat, stembereik ruim onvoldoende;
het geluid loopt uit de hand.